foto: Pascal Muller

Pagina's

zaterdag 20 november 2010

Op reis

'Fysiek is altijd psychisch,' zeiden Van Kooten en De Bie jaren geleden al. Als grap, maar er zit wat in. Andersom ook trouwens, want mijn humeur lijdt stevig onder mijn lichamelijke ongemak. Ik slaap veel en slik meters paracetamol. Om weer te kunnen slapen. Dat schiet niet op uiteraard. Eigenlijk is er niks aan de hand: ik ben geopereerd en moet rustig herstellen. Maar dat lukt me dus niet. Ik wil stukjes schrijven, boeken lezen. Ik wil naar mijn werk. Mijn leerlingen zien. Ja echt. Dat kan nog even niet en daar heb ik geen vrede mee. Dan maar op reis in mijn hoofd dacht ik vanmiddag toen ik aflevering 2 van herberg de troost bekeek.
Gaat u mee?

De opnames die u ziet, zijn van de tweede vrijdagavond in Broekhuizenvorst. Het was een prachtig weekend. Ik was al enigszins gewend aan de omgeving, mijn bescheidenheid zat me niet al te zeer in de weg. Ik liep gemakkelijker rond, mijn hoofd was bekend en ik had niet het idee dat ik mijn aanwezigheid hoefde te verantwoorden. Daarbij kwam dat ik een bed en breakfast geregeld had, zodat ik echt drie dagen onder de pannen was en de omgeving volledig op me kon laten inwerken. Ik was die vrijdag vroeg in de herberg aanwezig. Desondanks was er geen parkeerplaats meer vrij achter de boerderij. Grote wagens van L1 vulden de ruimte. Ik liep door de poort naar binnen en stond een beetje besluiteloos bij de vuurkorf. Door het raam zag ik mensen van L1 met borden eten lopen. Ik had net gegeten. Bij Bram. In Swolgen. Aanrader. Graag gedaan. Ik keek naar binnen en zag Jack Poels ook met een bordje lopen. Een beetje in zichzelf.
Emil Szarkowics kwam naar buiten, net als Pieter-Nic van den Beuken die me op de schouder sloeg.
 'Ben je er weer?'
Ik voelde me welkom. We liepen naar binnen. Skinnie zat te glunderen in de kleedkamer, want hij was net bij de visagie geweest en de visagiste in kwestie had een onuitwisbare indruk op hem gemaakt. Voor de zekerheid had hij met zijn mobieltje een paar foto's gemaakt. Hij liet ze trots zien. Sjoerd kwam binnen en het leek alsof hij een masker op had. Hij zag krijtwit.
'Ik voel me niet helemaal lekker,' zei hij. Daar twijfelde niemand aan. Jack haakte in en zei dat hij net ook even een 'wegtrekker' had. Overigens was er niet overdreven veel compassie met Sjoerd. Tenminste, niet door Mo, die met krakende stem: 'Giet et al wat beater' zong. Een voorproefje van het nummer van Johnny Cash dat Marco Roelofs 's avonds zou zingen.
De tijd verstreek. De spanning liep op. Gelukkig kwam Bart Storcken binnen.
'Enne jònges? Good?'
Ik liep met hem en Emil de zaal in. Je moet ook weten wanneer je moet opzouten en mensen alleen moet laten. Vijf minuten later kreeg ik een dienblad met bier in mijn nek. De avond was begonnen. Een kwartier later zat de band op het podium. Sjoerd zag er nog steeds gebroken uit. Maar dat kon ook het overvloedige licht zijn. Ik wist het niet. Er zat spanning op de band en de gitaar van Jack begaf het. Maar na de pauze brak de zon door op de gezichten en na afloop in de kleedkamer hing Bart Storcken met zijn hoofd voor de camera, at Jack Poels een stukje livar-varken, lachte Tren zijn breedste lach en vroeg Skinnie om bloedworst. En Sjoerd?
'Niks aan de hand. Als ik kan drummen is alles goed. Dat is altijd zo.'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten