foto: Pascal Muller

Pagina's

dinsdag 29 november 2011

Deal!

Het mag grijs zijn buiten, maar zo voelt het niet. Ik stond vanochtend om half zeven verdacht gemakkelijk op. Marlies maakte me al een keer wakker om vier uur 's nachts. Geen centje pijn. Lachend aanvaard. Ik stelde het zelf voor:
'Als je niet kunt slapen, maak je me maar wakker.'
En zo geschiedde. Ik schijn het volgende gemurmeld te hebben:
'Haha, o ja, dat had ik gezegd hè, dat ik dat gezellig vond.'
Vervolgens draaide ik me om, sliep verder en kreeg een kwartiertje later een snurkwaarschuwing die ik beantwoordde met een welgemeend sorry waar het ook wel eens 'Jahaaaaaa' kan zijn.
Ga ik te snel? Kent u de snurkwaarschuwing niet? Bij ons zijn er grofweg drie mogelijkheden in geval van snurkerijen: ik krijg een officiële waarschuwing, ik krijg een schop, ik word in mijn neus geknepen. Maar goed, ik droeg het als een man. Zal ik maar eens terzake komen? Ik wil namelijk voorkomen dat u denkt dat ik onder de plezierpillen zit.

Ik zit nu, as we speak, in mijn eigen stu-stu-studio! Nou ja 'eigen': naast me bevinden zich twee architecten die heel vriendelijk ingewikkelde huizen ontwerpen.  En dat is mooi, want nu heb ik een rustige plek waar ik me na mijn schoolwerk kan terugtrekken om te werken aan het boek en waar ik bovendien allerlei andere snode plannetjes kan uitwerken. En die plannen heb ik. Daar hoort u binnenkort meer over. U zit hier voor het boek, zegt u?
Ook daar hoort u binnenkort meer over. Deal? Deal!

zondag 20 november 2011

Vrijdagochtend

Atheneum 3 leest. Buiten is het grijs, maar ik hoor de vogels fluiten. Dertig jonge leerlingen zijn helemaal in gedachten. Dat is mooi om te zien. Lekker rustig bovendien. Ik kijk en denk: dit eens niet zelf verpesten. Nu een grap maken en binnen 30 seconden praat iedereen door elkaar. Ik moet me gewoon rustig houden. Soms lacht iemand even, in zichzelf. Net nog, de jongen vooraan die notabene een boek leest dat 'De geschiedenis van de computer' heet. Anderen zijn bloedserieus. Alsof ze mededogen hebben met de personages wat waarschijnlijk ook zo is. Ik zie veel dikke boeken. Deze leerlingen zijn niet bang voor letters. Een paar jongens lezen fantasy-boeken. Dat is altijd zo. Ik zie het aan de letters en aan de titels: 'De alchemist' en 'De grijze jager'. Meisjes lezen ander werk. Boeken over problemen. Met loverboys, drugs of gewicht óf ze lezen een Saskia Noortachtige. Een leerling vooraan leest Oeroeg. Een mooi boek over vriendschap. En achteraan, gedraaid met zijn rug tegen de muur zit Sammie. Zijn elleboog leunt op zijn knie. Door zijn ronde brillenglazen zie ik een halfdichtgeknepen oog. Dan lacht hij een bevrijdende lach. De rest van de klas lacht om zijn lachen. Hij steekt zijn vinger op en zegt: 'Meneer, die Mo Jones, daar kun je mee lachen hè?' Ik knik. Hij houdt de kaft van zijn boek omhoog. 'Niet opschrijven' staat er op.




Het is mooi dromen zo op de vrijdagochtend.

donderdag 17 november 2011

Minimarsjes

Gasttrompettist Hub Boesten eet een zakje chips. Ik sta in de krochten van Cultuurcentrum Deurne. In de gang langs de kleedruimtes als u het precies weten wilt. Het is twintig over elf en Rowwen Hèze heeft zojuist de eerste try-out van de Koper-reprise achter de rug.
'Wil je eigenlijk wat drinken?' zegt Jack Poels.  'Kom.'
We lopen weg van de kleedkamers door een ruimte met lange tafels. Uit een ooghoek zie ik een paar schalen, maar Poels heeft er goed de pas in. Hij slaat de hoek om en dan snap ik zijn tempo. Ik kijk naar een leeg privé barretje dat wacht op bediening. De zanger duikt achter de bar, diept een blikje cola voor mij op uit de koelkast en zet het met een ferme tik op de bar voor me. Ondertussen tapt hij voor zichzelf een pilsje en leunt daarna geroutineerd tegen de tapkraan. Smid komt naast me staan. Kijkt. Zegt niets. Hij tilt alleen zijn wijsvinger heel even op waardoor die in de richting van Jacks glas wijst. De barman is de beroerdste niet, geeft zijn pilsje aan Smid, tapt meteen een nieuwe voor zichzelf en in één moeite door nog één voor Tren die aanschuift. Cafeetje spelen, het leukste wat er is.  Het wordt druk, want de blazers komen binnen.
Ik denk terug aan Eindhoven. De set is opgeschud, de verhalen zijn aangepast. Ik denk ook aan de chipito's van toen en vraag me af wat er op de bandrider staat: de lijst van aanvullende eisen en aangename voorwaarden die een band stelt bij een optreden. Dit cafeetje zal vast geen harde eis geweest zijn, maar wat lag er op die schalen waar Poels zo snel langsliep? Als ik een half uurtje later door de bandmanager via de keuken naar buiten geleid word, kan ik het niet nalaten even goed te kijken. Er liggen minimarsjes en milky ways op. En mandarijnen. Waarom weet ik niet, maar ik stop er een in mijn jas. Vanochtend vond ik hem en ik eet hem dadelijk op, met uw welnemen. En zo niet, dan toch.

zondag 6 november 2011

Soundtrack

'Het lijkt net een hele grote bak bewegend vlees,' zegt Marlies. Het is vrijdag 4 november even na half elf 's avonds en we kijken naar beneden. Rowwen Hèze heeft zojuist met 'Langzaam' het lont aangestoken dat een paar minuten later bij 'Zondag in het Zuiden' het kruidvat laat ontploffen. America schudt en stuitert, siddert en beeft.

Ik kijk naar Marlies, naar haar buik en denk: nog niet geboren en nou al het eerste Slotconcert. Dat heeft hij (m/v) overigens te danken aan de vipkaarten die we kregen, want om nou zeven maanden zwanger beneden tussen die krioelende palinkjes door te stiefelen vond zij geen strak plan. Ik ook niet trouwens. Aan de andere kant schat ik de kans best groot dat de gemoedelijke, met varkensstift ondergekleurde jongelui keurig aan de kant zouden gaan. De tent als een zee die splijt. Toch het risico maar niet genomen, want drank maakt scheel. Dat blijkt ook in de viptent aan het eind van de avond. Nogal wat mannen hebben moeite hun eigen spoor te volgen. Gelukkig zijn er altijd weer vrouwen ter ondersteuning die de man als een gewonde uit de serie Mash naar de uitgang brengen om hem thuis liefdevol toe te dekken. Een glaasje water naast het bed tegen de nadorst die zeker komen gaat. Wat zouden we eigenlijk zijn zonder vrouwen? Denk daar maar eens over na.
Na afloop rijden we naar huis. Voorzichtig. Het is donker en nogal wat fietsers en voetgangers hebben moeite met de rechte weg. Waarom loopt dit feest eigenlijk nooit uit de hand? Het gros van de tent mag niet meer autorijden, maar toch geloof ik niet dat het hier echt om de drank gaat. Tenminste, niet in eerste instantie. Het is eerder een viering van iets wat we misschien wel kwijtgeraakt zijn. In America mag je tegen iemand aanlopen zonder dat je neus met een stomp een ander uiterlijk krijgt. Niemand vraagt je of hij iets van je aanheeft en als je valt, tillen een paar half ontblote reuzen je op. Elk jaar in november gaat de klok even terug naar de tijd dat we de ander niet op voorhand wantrouwend bekeken. Dát is volgens mij wat iedereen een euforisch gevoel geeft. Zeker als dat gevoel nog eens geladen wordt met zo'n dijk van een soundtrack. Heel mooi dat de nieuwe kleine daar al bij mocht zijn.