foto: Pascal Muller

Pagina's

zaterdag 31 maart 2012

Bagagedrager

Eindelijk ben ik binnen. En het mag naar buiten. De afgelopen weken kon ik het nauwelijks voor me houden, maar dat hoeft nu niet meer. Getekend heb ik nog niets, maar we hebben een mondelinge overeenkomst en eigenlijk is dat minstens zo chique. Op maandag 23 april gaan we het vieren. Dan neem ik de trein van Eindhoven Beukenlaan naar Amsterdam. Daar zigzag ik tussen Italiaanse toeristen met 'Amsterdam hash it'-mutsjes naar de Herengracht. Altijd loop ik te ver door waardoor ik een stuk terug moet. Als ik aankom, is mijn agent Willem vermoedelijk in gesprek met een schrijfster die noten op haar zang heeft. Ik krijg dan koffie en zit met een grote grijns te wachten op wat komen gaat.
We gaan de trap af en ik spring achter op de gammele bagagedrager. Onderweg wijst hij me aan waar Cees Nooteboom woont. Willem weet de weg wel uiteraard en binnen een paar minuten zijn we weer vlakbij het station, want daar zit 'mijn' uitgever. We stappen de lift in die niet zou misstaan in dat romantische hotelletje in Parijs dat u nog van vroeger kent, toen alles nog vonkte.
Terug gaan we altijd met de trap, dus dat doen we nu ook. Juist nu, want Harold de uitgever loopt mee en met zijn drieën in die lift is voor deze claustrofoob geen optie.
Vanaf dan laat ik me verrassen. Vermoedelijk trekken we een flinke fles Spa Rood open, garnalenkroketten ernaast sluit ik ook niet op voorhand uit. Ik schiet wat foto's die ik hier plaats. Dat is trouwens niet waar. Ik ga verkassen. Tegen die tijd heb ik een spiksplinternieuwe site. Horen jullie nog, want jullie gaan natuurlijk wel mee, toch?
We maken afspraken over inleverdata en ik ga thuis aan het werk. Net als tot nu, maar nu wel met de wetenschap dat in november het Troostboek verschijnt. Bij uitgeverij Carrera.

zondag 25 maart 2012

Koest

Het Pitboeltheater ziet er van buiten uit als een kruising tussen een jeugdhonk uit de jaren 80 en het clubhuis van een motorclub. Van binnen ook. Je moet een tunneltje door om er te komen, tenminste als je zo rijdt als ik deed. Dat tunneltje scheidt twee werelden. Koophuizen en aangeharkte tuinen aan de ene kant, banlieueflats aan de andere kant. The Bronx van Sittard. Het Pitboeltheater staat aan die andere kant. En daar speelde Mo. Dus daar moest ik naartoe.
Binnen stond het vol met mensen aan wie de tand des tijds al duchtig geknabbeld had. Uit een ooghoek zag ik de herbergtwins Szarkowicz en Storcken geanimeerd in gesprek met twee dames die een goede zonnebank bezaten.
Zelf had ik voor de gelegenheid een vriendin meegenomen. Marja gooit overal hoge ogen. Emil Szarkowicz zag haar het eerst en bleek snel op de eerste meters, Bart Storcken in vertwijfeling achterlatend. Die moest eerst nog even een schakelaar in zijn hoofd omzetten. Nadat de zoenen binnen waren, gaf hij Marja zijn portemonnee en een gerichte opdracht mee. Twee Corona's, neem zelf wat je wil en geef die dooie hier ook wat. Die dooie ben ik.
Toen ze bij de bar stond, begon het vragenuurtje dat eindigde met de rotsvaste vaststelling van Bart.
'Gewoon vrienden, dat kan helemaal niet man.'
Zo'n avond dus. Mo moest nog beginnen.
Hij kwam op van de zijkant. Helemaal in het zwart. Hij leek me wat nerveus, maar dat kan ook projectie zijn. Ik was zelf nerveus. Ik gun Mo de wereld.
Hij begon met 'Revolution' en een paar nummers later speelde hij, nog half buiten adem, 'Dag Geluk' van Rowwen Hèze. Met de flageoletten op zijn bas legde hij de basis, waarna hij een loop instartte en in een hese, rauwe mengeling van Sittards, Nederlands en Americaans de tekst tegen of net naast de tonen legde. Dát leren ze je op geen enkel conservatorium. Dat heb je. Dat hebben er niet veel.
Later kwam broer Skinnie nog langs. Op band weliswaar, maar heel erg Skinnie. De herbergtwins, Skinnie, 'Dag Geluk' van Jack en Tren. Het wordt tijd voor een nieuwe herberg. Daarvoor, daarna en daartussen mag, nee moet Mo de volgende gerichte opdracht uitvoeren.
Slijp, poets en boen aan dit programma en speel alle Pitboels van Nederland koest.
Na afloop dronk hij een whisky aan ons tafeltje. Hij zette Emil heel even uit met de woorden: 'Pas op, we hebben een meldpunt voor jou.'
Vervolgens keek hij Marja aan, zette zijn accent in de gladde Hollandse versnelling en zei:
'Wat heb jij mooie ogen.'

In de auto zette ik Child op. Het was maar een eindje naar Eindje.


zaterdag 17 maart 2012

Vur Marlies

Het plastic hoesje is rechtsboven gescheurd, maar de stift heeft al die jaren gehouden. Naast het rood van POELS/GIESEN staat de paraaf van Jack Poels. Onder 'LIJN' dat weer na HOLLAND en AMERICA komt staat het: 'Vur Marlies'.















Die tekst is het bewijs van mijn eerste twee zinnen die ik met Jack Poels sprak. Ik ben nooit een handtekeningenjager geweest, maar ik had het cd'tje blijkbaar toch bij me gestoken voor we naar Berlage fietsten. Voor het optreden, na de soundcheck, stond hij bij het trapje dat naar beneden ging, richting de krochten van de kroeg die voor mij onbereikbaar waren. Ik leegde mijn glas en 'liep aan'. Je bent import-Brabander of je bent het niet.
Het is een beslissing die je in een split second neemt en dan kun je niet meer terug. Ik heb het ook vaak met bestellen in een restaurant. Dan neem ik me garnalen voor en dan hoor ik: 'Pepersteak, medium graag' uit mijn mond komen. Dan kun je er trouwens donder op zeggen dat je daarna denkt: had ik toch maar garnalen besteld. Andersom, idem. Ik twijfel wat af.
Ik moest nog doorlopen ook, want hij maakte aanstalten naar beneden te gaan. Volgende keuze: in het plat aanspreken of in het Nederlands. Onze dialecten verschillen nogal. Hij herhaalde het toen hij op het hoesje schreef: 'Vur Marlies'. Hoe kwam ik trouwens aan die stift?
Mijn derde zin volgde een paar weken later. Ik was in Deventer op bezoek bij een vriend en 's avonds gingen we naar de kleine zaal van de schouwburg om de Holland America Lijn te zien. Vooraf aten we Mexicaans in een restaurant in de Deventer binnenstad. De eerste Corona's arriveerden ongeveer tegelijkertijd met het bandje van de avond. Voorop: Leon Giesen, daarachter gitarist Jac Bico en drummer Arthur Bont. Jack sloot de deur. Ik zat verkeerd, want met mijn rug naar het gezelschap. Af en toe keek ik even om en met dat beeld probeerde ik dat wat ik hoorde kleur te geven. Bico las De Volkskrant, Leon Giesen was druk en liet Corona na Corona doorkomen, de drummer zat met gloeiende oren te stralen en Jack, die was helemaal Jack.
Een erg mooie juffrouw kwam de bestelling opnemen. Jack hield haar met een praatje over de Mexicaanse restaurantsector in het algemeen en die in Deventer in het bijzonder nog even bij de tafel.
'Kijken ze?' vroeg ik toen ze wegwiegde.
'Ja, allemaal,' glunderde mijn vriend, 'en de drummer nog het meest.'
's Avonds zat ik op de eerste rij. Het publiek mocht de toegift bepalen. Het meisje dat naast me zat, riep om 'Allermooiste Fout'. Ik zei: 'Hij zegt niks'. Hij herhaalde het toen hij het inzette: 'Hij zegt niks'. Poels en ik, we hebben weinig woorden nodig.




zondag 11 maart 2012

Oom Wim

Oom Wim praat zoals hij schrijft: met krullen. In zijn stem zit een bas die een normale boodschap een lading van staatsbelang meegeeft. 'Ik blief wel suiker in mijn koffie, dat is correct, Ralf.'
Oom Wim is met afstand mijn favoriete oom van de kouwe kant. Hij houdt net als ik van taal, hij formuleert dat 'houden van' alleen heel anders. Oom Wim zegt bijvoorbeeld:
'Ik mag graag wat gedichten tot me nemen.'
Hij kijkt erbij alsof hij die gedichten daadwerkelijk proeft op zijn tong. Ik kijk zo alleen als ik asperges eet. Bij gedichten, nooit!
Tijdens het kraambezoek sprak hij over Wim Daniëls en Rutger Kopland. Gisteren lag er een gele envelop op de mat. Afzender: Oom Wim.


Er zat een kopie in de envelop van een column van Wim Daniëls. Sympathiek, dacht ik. Toen ik de column vanochtend op het toilet 'tot me nam', zag ik dat hij met een markeerstift een zinnetje onderstreept had.



Ik las 'Rowwen Hèze' en proefde de woorden op mijn tong:
Straks dan giet 't loos
Straks dan is 't fiest
Van al dat denken aan straks geniet ik nog 't miest...

Ik moest even denken voor ik wist wat ik proefde: Lied vur Limburg. Het smaakte uitstekend.