foto: Pascal Muller

Pagina's

dinsdag 13 september 2011

Poncho

'Neem anders een poncho mee,' zei mijn vrouw die nogal praktisch van aard is. En dat deed ik. Want zo ben ik. Hij zat in een handig tasje met een ritsje dat ik nu kwijt ben. In Liessel begon het te regenen en toen we Helanaveen inreden en om moesten rijden voor de kermis goot het. Gelukkig was het nog vroeg. Tijd genoeg om op te klaren dus. Het zou allemaal wel loslopen. Toen we uit de auto stapten, moest ik die poncho aantrekken en hoewel dat op zich niet zo moeilijk hoeft te zijn, duurde het bij mij toch net lang genoeg om mijn schitterende rode haardos, die toch echt wat dunner wordt, laten we de problemen nou maar gewoon bij de naam noemen - het woord 'kaal' wil ik overigens niet horen, ook van jullie niet - van een fraaie wetlook te voorzien. Of,  als je het glas per se halfleeg wil hebben: aan het hoofd geplakte 'piezele'.  Wat een zinnen zet ik neer hè? Bam. 'Pak aan!' zou geluidsman Mike Manders zeggen die overigens ook natte haren had.
We weken enigszins van het pad naar het podium af. In de eerste plaats omdat we te vroeg waren en toch nog niet naar binnen konden. Daarbij komt dat ik inmiddels een neus voor backstageruimtes ontwikkeld heb. En daar was ik naar op zoek. Ik wilde bovendien Fred Houben even bedanken, want via hem had ik kaartjes geregeld. Kennen jullie Fred? Ja, toch? Bassist van de Heideroosjes en bovendien samen met Pieter-Nic van den Beuken baas van Witgoed & Van Bontewas. Zij zorgden voor de organisatie van de stilteconcerten. Of eigenlijk doe ik ze dan tekort. Het is meer dan organiseren: het is een idee in je hoofd smaakvol omzetten naar de werkelijkheid. Dat lukte en hoe. 
Even terug naar het pad. Achter een boerderij zag ik een party-achtige tent, je weet wel met van die nepraampjes erin van plastic. En dan weet deze jongen genoeg: een provisorische backstageruimte. Ik keek om de hoek en daar zat Tren. Hij at chili con carne. Hij groette hartelijk. Naast hem stond Jan Philipsen die verbaasd keek. Hij nam me op van top tot teen en zei toen: 'Eh, ik kan je even niet thuisbrengen.'
Dat vind ik lastig. Dan moet je gaan uitleggen wie je bent. Dat weet ik zelf niet eens altijd. Ik deed een poging. 
'Aaaah, de schriever,' zei hij en keek peinzend omhoog alsof hij een paar blokjes in zijn hoofd op een rijtje legde. Ik weet ook niet hoe die dingen gaan hoor, maar zo zag het eruit. Ik liep de boerderij in en daar zaten Jack Poels, Smit en Martîn Rongen. Ze zaten aan de koffie en ik stond daar een beetje onhandig in mijn poncho. 

'Misschien is het een idee, als je dat ding even uit doet,' zei Martîn. Ik trok hem over mijn hoofd en Jack Poels zei: 
'Kom hier.' Hij gooide de poncho over een stel stoelen.
Na de koffie liep ik naar buiten. Fred gaf me een groen tasje. Daarin zat een muggenbandje, en inderdaad een poncho. 

1 opmerking:

  1. Leuk stukje, schriever! Bedankt en je ziet er charmant uit in je poncho!
    Groetjes, Ine Werker.

    BeantwoordenVerwijderen