foto: Pascal Muller

Pagina's

zondag 14 augustus 2011

Verder naar vroeger (2)


We liepen naar de tribunes, die inmiddels vol waren en vonden een plekje onderaan tegen een hek. Niet dat het mij veel uitmaakte: door het hek keek ik naar de spelers op het veld die hun warming up deden. Mijn vader achter mij in gesprek geraakt met enkele Kerkradenaren, bleek ineens weer te roken. Ik herkende het goudbruine pakje Caballero waarvan ik dacht dat het voorgoed uit zijn leven verdwenen was. Het leek me nu niet het moment hier een enorm punt van te maken. Bovendien drukte hij me een Cornetto in de hand. De conclusie was gauw getrokken: mijn vader mocht van mij roken en ik zou mijn moeder hier niet van op de hoogte stellen.
De wedstrijd begon, de Ajax-fans zongen liedjes. Onder andere over Ray Clarke, een Ajax-speler. Ray Clarke, wat een naam! Ray Clarke, James Dean, Elvis Presley,  Leo Ehlen. Wie hoort er in dit rijtje niet thuis?
Roda kon niet winnen die avond, dat was me al meteen duidelijk. Mijn vader had Cor Brom geluk gewenst. Daar kon zelfs Dick Nanninga niet tegenop. De doelpunten herinner ik me niet meer. Wel een bal die voor het doel langsging waar een Roda-speler op kwam inglijden. Hij miste, maar gleed prachtig door over het groenste gras (de lampen waren inmiddels aan!) dat ik ooit gezien heb.
Het bleef daardoor 0-2. Het commentaar langs de kant werd negatiever. Over de spelers van Roda in het algemeen: “Schloafkoppe” en Dick Nanninga in het bijzonder: “Sjteit deh lange wir ze schloafe.” Het kon me niet schelen. Ik stond hier, in Kerkrade, langs een hek ijs te eten, terwijl mijn vader een arm om me heen had en grapjes maakte met mannen van wie ik het dialect maar half verstond, als een mobiele telefoon waarvan de verbinding soms wegvalt. Voor en om heen zag ik de volle tribunes met plukjes Ajax-supporters met rood-witte gezichten. Het veld lag in een warm bad van licht zoals licht bedoeld is. En op dat veld zag ik de spelers. In het echt. De Ajax-spelers snel en lichtvoetig. De Roda-spelers iets minder, maar toch ook nog veel sneller dan bij Studio Sport. De kluiten vlogen in het rond.
Na de 0-3 en met nog 15 minuten te spelen, stelde mijn vader voor te gaan, zodat we niet in een helse file zouden belanden. Ik vond het prima. Ik had genoeg prikkels gehad voor één avond. Het was genoeg zo. Ik had het bewijs dat er een werkelijkheid achter Studio Sport zat die nog mooier was dan het beeld. In feite onthulde mijn vader dit bewijs door met mij naar de wedstrijd te gaan, wat me een niet te beschrijven gelukzalig gevoel gaf.  Niet onbelangrijk detail: ik wilde mijn vaantje veilig Kerkrade uitkrijgen en thuis op mijn kamer ophangen, zodat ik, ernaar kijkend, deze avond meteen terug zou kunnen halen. We reden naar huis, ik rende naar mijn moeder, liet buiten adem het vlaggetje zien, hield mijn lippen stijf op elkaar over de terugkeer van Caballero en keek samen met mijn vader naar Studio Sport. We zagen Dick Nanninga tien minuten voor de tijd voor een misgrijpende keeper de 1-3 inkoppen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten