foto: Pascal Muller

Pagina's

donderdag 11 augustus 2011

Verder naar vroeger

Een echt Herberg de Troost-moment, gesplitst in twee delen, zodat het lijkt alsof er een cliffhanger in zit, wat uiteraard niet zo is. 

Weken had ik gezeurd en ineens – waarom nu wel kan ik me niet herinneren- was het zover. Mijn vader en ik (9) zouden samen naar het voetballen gaan.  Echt, in een stadion.
Mijn belangstelling voor voetbal had zich gedurende dat jaar langzaam maar gestaag ontwikkeld. Gevoed door de Studio Sport-uitzendingen op zondagavond en de verhalen van mijn vader en opa over vroeger: Fortuna ’54 dat was pas voetbal. Frans de Munck, keeper met bijnaam en wat voor één: de zwarte panter, hing soms aan de lat. Om het publiek te vermaken. Veel had hij immers niet te doen, want Fortuna speelde onaards voetbal.  Ik kreeg van mijn opa een speldje van Barcelona. Die club had dat speciaal laten maken voor de wedstrijd tegen Fortuna, tenminste dat was mijn conclusie. Inmiddels was Fortuna echter gefuseerd met Sittardia en leidde de club een vrij droef bestaan in de eerste divisie. 
We gingen niet naar Sittard, want daar zou alleen maar afbreuk gedaan worden aan het beeld dat ik, door mijn vader en opa zorgvuldig opgebouwd,  in mijn hoofd had. Fortuna was Geleen en van vroeger en daar had het Fortuna sc van nu helaas weinig meer mee te maken. Dan maar twintig kilometer verder naar Kerkrade. De mensen spraken er weliswaar een raar Duits dialect, de plaatselijke club speelde in elk geval wel eredivisie. Bovendien voetbalde Dick Nanninga er. Een speler voor wie ik een enorm zwak had. Ik kan op geen enkele manier meer terughalen waar dat vandaan kwam: hij leek in niets op de sierlijke spelers die mij voorgespiegeld waren door mijn vader en opa. Hoe die dingen werken, het is een raadsel.
Wat zeker meespeelde bij onze keuze Kerkrade in plaats van Sittard te bezoeken,  was het affiche: Ajax kwam op bezoek. Ajax kende ik van Studio Sport. De club had een shirt dat zelfs op onze kleine zwartwittelevisie mooi was.
Het was een avondwedstrijd, wat natuurlijk het mooiste is. Toen we naar Kerkrade reden, was het nog licht, het was mei. Maar zelfs als de wedstrijd in oktober gespeeld zou zijn, zou het nog licht zijn geweest. Mijn vader wilde namelijk altijd en overal veel te vroeg aanwezig zijn met het oog op onverwachte calamiteiten.  Een eigenschap die ik altijd op prijs heb gesteld en inmiddels volledig heb overgenomen. Doordat we vroeg waren, kon mijn vader gemakkelijk parkeren. Iets waar hij ongetwijfeld tegenop zag. Hoewel we ruim voor de wedstrijd naar het stadion wandelden, liepen we tussen honderden jonge mannen langs de lange weg die in Kerkrade naar Kaalheide leidt. Sommigen met geschminkte gezichten en lakens om met teksten erop. Ajax-fans zo wist ik. Ze zongen liedjes en liepen over straat alsof ze thuis waren. Schmink was mij bekend van het jaarlijkse vrolijke carnavalsfeest, maar hier ging toch een lichte dreiging vanuit. Verhitte koppen die rood en wit waren.
Blijkbaar kende mijn vader de weg, want we stonden zo maar in de kantine van Roda.  En, ineens, ik had even niet opgelet, bevangen door de entourage, stond mijn vader daar gewoon te praten met Cor Brom, de trainer van Ajax! Nadat mijn vader hem succes gewenst had, verdween de coach weer. Ongetwijfeld om zijn spelers tips te geven. Dit was vreemd.  Mijn vader, biologieleraar te Geleen, wenste Cor Brom, trainer van Ajax geluk. Na overleg met mijzelf besloot ik dit niet als verraad te beschouwen.
Weer terug in het stadion kocht mijn vader een vaantje van Roda jc voor mij. Een vrouw op leeftijd verkocht de souvenirs in een houten kraampje. Ze drukte mij op het hart het vlaggetje weg te stoppen, opdat onverlaten uit Amsterdam het niet af zouden pakken. Ik moest goed luisteren om haar te verstaan en weet bijna zeker dat ze toen ze het wisselgeld teruggaf het over 'Pfennige' in plaats van centen had. 'Fufzig Pfennige' dat zei ze. Ik stopte het vaantje onder mijn trui; de houten punten van het mechanisme prikten in mijn borst. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten