foto: Pascal Muller

Pagina's

maandag 7 februari 2011

Mijn zwager

Tijdens een carnaval lang, lang geleden kroop hij ongemerkt door de mazen van het ballotagenet: mijn zwager. Ik krijg hem sinds zaterdagavond niet meer uit mijn hoofd. Hopelijk helpt dit stukje daarbij.  Zaterdagavond herlas ik mijn teksten. Dat weet u inmiddels. Bij een tekst die ik maar even 'Laat je toch gaaaaan' heb gedoopt klom hij via een touwladdertje, zo hop, mijn hoofd binnen.
Ik was in Sevenum, bij Tren in zijn studio. Daar zongen Mo en Tren koortjes opnieuw in. Skinnie was er ook, maar die was zijn gitaar vergeten dus hij reed terug naar Sittard. Mike Manders waakte over de computers die het geluid registreerden. Ik hoop dat ik het zo goed zeg. Dat inzingen van koortjes ging niet meteen goed en dat was vooral te wijten aan Mo' Jones die vlak voordat Tren moest beginnen met inzingen een geslaagde imitatie gaf van het Heerlens accent. 'Laat je toch gaaaan' dus. Het hele verhaal kunnen jullie straks lezen in het boek.
Nou heeft mijn zwager geen Heerlens accent, maar hij kan het wel verdacht goed nadoen wat hij dan ook zelden nalaat als er zich een gelegenheid voordoet. Tja, wat is het voor een jongen? De eerste keer dat hij mijn zusje ophaalde om uit te gaan, toeterde hij buiten. Dat had mijn zus blijkbaar met hem afgesproken om hem nog even af te schermen. Weinig kans. Toen mijn vader het eerste gerucht van een auto hoorde, sprong hij op, nam de trap naar boven met drie treden tegelijk en keek uit het raam. Eenmaal beneden zei hij met een milde glimlach en twinkelende ogen: 'Ford Escort, inderdaad, zoon van enne leraar.'  Ik mag dat schrijven en mijn vader mocht dat zeggen...
Ze maakten het die avond vrij laat, mijn zus en mijn zwagertje in spe. Om half drie kwamen ze terug. Dat was buiten de waard van mijn moeder gerekend die alle zenders afgezocht had om nog een oude Duitse film te vinden die duurde tot mijn zus weer thuiskwam. Mijn vader zaagde ondertussen, goed hoorbaar, de trap in tweeën.
Al met al kwam mijn zwager zijn ontgroening behoorlijk ongeschonden door. Sterker nog, al vrij snel koos hij de aanval. Zelf had ik in die tijd een mooie klassieke Saab. Helaas had die soms wat kuren. Mijn gele vrienden van de Wegenwacht maakten overuren om me bij te benen. Uiteraard kon mijn zwager dit niet ongezien laten passeren. Elke keer als ik richting Limburg ging en mijn komst aankondigde, vroeg hij quasi bezorgd of ik er aan gedacht had de Wegenwacht vast te waarschuwen. Hij vroeg me geregeld of ik de Wegenwacht ook groette, net als motorrijders onder elkaar. En toen ik jarig was, kreeg ik een gele wegenwachtauto cadeau.
U heeft nu een beeld denk ik. Ik mag hem overigens uitermate graag, mijn zwager, maar drie dagen in mijn hoofd is wat veel van het goeie. Mocht ú hem in het echt willen zien: mijn zwager is de herbergzaterdagavond in De Biesenhof aanwezig. U herkent hem aan zijn grote grijns. Mocht u hem niet willen zien, voor donderdagavond zijn nog kaarten beschikbaar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten