foto: Pascal Muller

Pagina's

donderdag 21 juli 2011

Lange Smeestraat

Mijn tenen krullen van gène, maar ik moet er ook wel om glimlachen. En bovendien doet het verhaal het best goed, op feestjes. Vooral op feestjes in Utrecht.
Ik had een briefje bij me. Daarop stonden de straten die ik door moest om terug te komen op de kamer die ik net betrokken had. Mijn richtingsgevoel laat nogal te wensen over, to put it mildly. Terug naar de straten. Doel was de W.A. Vultostraat, want daar, op nummer 80, lag mijn veilige haven. Op het briefje stond: Lange Smeestraat, linksaf Catharijnesingel, rechtsaf onder het viaduct door en dan links, rechts. Startpunt: Tivoli Utrecht. Hoe ik het gedaan heb, weet ik niet, maar ik stond om een uurtje of twaalf 's nachts op de Korte Smeestraat en ik wist bij God niet hoe ik zijn langere broer kon vinden. Dit had ik dus willen voorkomen met dat briefje. Ik keek om me heen en zag een man mijn kant op komen die twee keer zo breed was als ik. Hij droeg een grijze shirt met een capuchon. God zegene de greep dan maar.
'Sorry, maar mag ik iets vragen?'
De man zei niets wat ik maar als een bevestiging beschouwde.
'Weet u misschien waar de Lange Smeestraat ligt?'
De man keek me aan, niet onvriendelijk. Hij herhaalde mijn woorden, waarschijnlijk om ze van mijn zwaar Limburgse accent te ontdoen en er tegelijkertijd zijn dikke Utrechts overheen te leggen.
'De Lànge Smeestroat zeg je? Wat mot je doar hebbe dàn, een kroeg ofzo?'
En nu komt het. Ineens zeg ik het, geen idee waarom,  veel te snel en veel te hoog. Ik hoor het zinnetje nog steeds geregeld in mijn hoofd en dan proef ik de paniek.  De paniek en het over elkaar buitelen van de lettergrepen, de met het Limburgs van thuis aangelengde klinkers:
'Neeeheee, ik ben mijn kamer kwijt!'
Ik weet niet meer wat de man toen zei. Maar uiteindelijk vond ik de straat en kwam ik veilig thuis. De Lange Smeestraat, het symbool voor mijn weg tot zelfstandigheid,  bleef een ijkpunt in Utrecht, maar misschien komt dat omdat ik me altijd bewust ben van zijn aanwezigheid. Ik kan er nooit zomaar doorheen lopen. Altijd als ik er ben, ga ik 'Verder naar vroeger'.  Morgen weer. Ik verheug me er nu al op.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten