foto: Pascal Muller

Pagina's

maandag 20 september 2010

Thermische beveiliging op oververhitting

Daar gaat ze. De te zware rugzak die ze van haar zus geleend heeft op haar rug. Een kleinere met de handbagage van voren. We lopen niet mee, James en ik. Vanwege de emoties. Dus sleept zij zich beladen met kilo's naar station Beukenlaan om vandaar naar Schiphol te gaan. De klomp die zich gisteravond zo ongeveer halverwege De Zomer Voorbij met Jan Smit ongemakkelijk in mijn borst nestelde, schiet bijna los. Hij hangt aan een zijden draadje. Mijn zoontje op mijn schouder schreeuwt om nog één kusje van mama. Dat willen we allemaal wel. Ze kijkt nog een keer om.
'Ga maar naar binnen.'
Dat doe ik.
Jack Poels heeft een speciale gadget om te grote woorden en dik sentiment uit zijn teksten te houden. Elk woord wordt gewogen. Gaat naar een speciale kamer in zijn hoofd en moet langs een thermostaat die thermisch beveiligt op oververhitting. Welnu, die thermostaat is hier kapot. Of hij staat verkeerd afgesteld, daar ben ik nog niet helemaal uit.
'Als je niet kunt slapen, dan denk je maar aan leuke dingen, dan rust je ook uit.'
Tip van mijn vader. Ik heb wat afgedacht tot nu toe en ik ben al veertig, hoewel je dat niet zou zeggen. Goed, aan leuke dingen denken dus. Ik word heel rustig van de Eilanden. De Wadden om precies te zijn en dan vooral Schiermonnikoog. Ik ben ook wel eens op Texel en Ameland geweest, maar dat is lang geleden. Sinds ik mijn vrouw ken, komen we elk jaar zeker één, liefst twee keer op Schiermonnikoog. Toegegeven, we zijn een keer vreemd geweest op Vlieland, maar dat had niks te betekenen.
Over Terschelling hoor ik ook altijd goede berichten. Daarom vond ik het ook wel mooi dat Terschelling de running gag was op de dag dat ik de heren van Herberg de Troost voor het eerst ontmoette. Ze speelden bij Spijkers met Koppen in Utrecht. Op de bovenverdieping van het café stonden schalen met broodjes. Ik zat er als een uilskuiken bij en probeerde uit te vogelen hoe de verhoudingen in de band lagen. Ondertussen mat ik mezelf een relaxte houding aan.
Mo Jones had het hoogste woord en zat Jack en Tren een beetje te stangen over Oerol waar Herberg de Troost blijkbaar een uitnodiging voor gekregen had. De drukke agenda verhinderde een daadwerkelijk optreden. Jack leek daar een beetje mee in zijn maag te zitten, maar liet de speldenprikken van Mo maar gaan. Later in de radioshow paste hij 'Seizoenen' aan en zong: 'Nee, Oerol, da's pas leuk!'
Oerol ging niet door voor de mannen van de Herberg. Toch zou een eilandbezoekje heel goed zijn. Al is het maar om inspiratie op te doen. Voor de echte herberg bijvoorbeeld.  Laat nou net op Schiermonnikoog hét hotel van Nederland staan. Met een gelagkamer waar je u tegen zegt.  Ik heb het personeel van dat hotel eens proberen te vangen in de volgende woorden:



Blauwe kiekendief
Ik was benieuwd hoe het rookverbod bij Hotel van der W gevallen was. Niemand rookte toen ik binnenkwam en dat verbaasde me. Het hotel kenmerkte zich in het verleden door de stevige rookpluim die er in de gelagkamer hing. Het personeel leek mede aangenomen te zijn op voldoende rookervaring. 
Ook op andere schijnbaar irrelevante eigenschappen voor het hotelbedrijf trouwens. Om te beginnen is er aan iedereen iets niet helemaal in de haak. Het merendeel van de obers loenst. Waarschijnlijk is dat om een werkelijkheid te achterhalen die gewone mensen niet kunnen zien. Dat vermoed ik tenminste. Iedereen draagt een pak. Maar en dit luistert heel nauw, nu goed opletten! Het pak moet net niet helemaal lekker zitten. Te korte broekspijpen bijvoorbeeld zijn goed. Een rare vlek net onder de kont, prima! Heel ruim of het jasje knellend om de buik. Mag ook. Vrouwen in de bediening? Liever niet. Tenminste niet in de gelagkamer. En roken dus. Shag. Liefst gedraaid uit een leren shagbuil. Op elk onbewaakt moment. Tijdens het tappen ligt er altijd een shaggie te smeulen in zo’n metalen asbak.
Maar dat was er allemaal niet meer. Misschien laat op de avond na het sluiten van de gordijnen. Maar ’s middags dus niet.
Het personeel is geheel verweven met het hotel. Je vraagt je af of de obers, want dat zijn het, na hun dienst even oplossen om vervolgens de dag erna weer geactiveerd te worden.
In dit kader was het voor mij dan ook uiterst teleurstellend één van de keyfiguren des hotels (denk aan een magere ex-postbode of brandweerman, met een hangend oog en voldoende onderhuidse woede om in korte tijd heel veel schade aan te richten), buiten het hotel te zien. En niet om een bestelling op het terras op te nemen, wat ik volkomen legitiem zou vinden. Liefst een beetje zwierig, zichzelf een klein, fijn grapje gunnend. ‘Verse jus? De jus is hier altijd vers, meneer!’ Met een opschrijfboekje waarin het biermerk van het hotel staat. 'Brand'. Opschrijven, puur voor de vorm. Het hoort er nu eenmaal bij. Bij het oberen. Hoeft niet, want hij onthoudt alles! Soms schrijft hij ook heel andere dingen op. 'Boot'. Of 'blauwe kiekendief'.
Maar nee, ik zag hem uit de Spar-supermarkt aan de overkant van de straat komen. Hij keek onrustig rond. Toen verdween hij weer en even later - en dat vond ik wel weer heel goed - zag ik hem op een ouderwetse herenfiets wegfietsen met één hand aan het stuur en één hand geroutineerd rustend op een groene krat Heineken die op het bagagerek stond. 
Gelukkig had hij zijn pak aan, de panden van zijn jas waaiden omhoog.


Zeg nou zelf, daar moet je toch geweest zijn? Ik was er in elk geval wel even net. In mijn hoofd. De thermostaat staat weer goed. De kleine wordt zo wakker en dan gaan we naar de speeltuin. En morgen?
Morgen komt ze terug. Bij wijze van spreken dan.





2 opmerkingen: