foto: Pascal Muller

Pagina's

zondag 5 september 2010

Schuurpapier

Mijn weekend stond in het teken van de twee broers in Herberg de Troost. Zaterdag bezoek ik 'Teun ten Top', een eerbetoon aan 'Zittesje jòng' Toon Hermans. Mo Jones treedt hier, in zijn eigen stad, op zijn eigen Markt, op met zijn bigband. Vandaag ging ik naar Utrecht om Skinnie te zien. Samen met vaste sidekick Tom Lanjouw speelt hij in tapasbar Maria. Het contrast tussen deze optredens is groot.
Vandaag schrijf ik in 'Schuurpapier' over Mo. Morgen in 'Ik heb zin' over Skinnie.

De Markt in Sittard is nog vrij leeg, maar grote verwachtingen gonzen. Bij de ingang krijg ik een strak blauw armbandje om mijn pols gesnoerd. Er staan toiletwagens, mobiele biertappunten en de terrassen zitten vol. Op strategische hoeken staan brede beveiligingsjongens met draden in hun oren. Het podium is het domein van de Mo Jones bigband die repeteert voor het tv-optreden van vanavond.
'Teun ten Top' is a big deal hier en alle toeters en bellen komen uit de kast. Limburgse sterren als Sjef Diederen en Jack Vinders zingen liedjes van Toon en worden daarbij begeleid door Mo's bigband. 
En dat, die bigband dus, is zeg maar helemaal Mo's ding. Zijn ogen lichten op als hij erover praat. De afgelopen dagen hebben Mo en ik een beetje langs elkaar heen gebeld. We hebben elkaars voicemails volgepraat zonder dat we daadwerkelijk een concrete afspraak voor vanavond hebben gemaakt. Ik sta dus een beetje onzeker op de Markt en kijk naar het toneel. Midden op het podium zie ik al snel de lange witte haren waaronder Emil Szarkowics zich bevindt. Hij kijkt op en maakt met zijn rechterhand het rock- en rollteken: vuistje gebald pink en wijsvinger naar voren. Probeer het maar eens na te doen. Het is niet moeilijk. 
Even later zie ik Mo aan de zijkant van het podium. Hij is druk in gesprek, kijkt even op, ziet me en gebaart me het podium op te komen. Helemaal op mijn plaats voel ik me daar bepaald niet. Ik heb het gevoel dat ik mensen in de weg loop. Dit is mijn plek niet en ik vraag me af of deze setting me op gaat leveren wat ik wil. Ik wil de bigband en Mo van dichtbij volgen en de magie vangen. De eredienst voor Toon lijkt me daarvoor bij nader inzien niet de ideale gelegenheid. Achter de schermen kijk ik naar de portocabins die leeg zijn: visagie, Jack Vinders, Mo Jones en Mo Jones bigband. Kale, lege wagens. Er staat een grote vrachtwagen van de Cinevideo group. Daarnaast staat een beveiliger met een snor. Uit de achterbak van zijn auto blaft een bewakingsherdershond een piep in zijn keel.
Een uur later opent Mo het optreden voor een volle markt met een klein breekbaar nummer. Zijn stem rafelt en schuurt en geeft het liedje daarmee, wat mij betreft althans, extra lading. Een uur later doet hij dat nog een keer vanachter de piano. Tussendoor treden andere artiesten op.  Het geluid is uitstekend, de Markt ligt mooi in het licht, de fragmenten van Toon op de grote tv-schermen zijn vaak hilarisch en de bigband speelt de liedjes van Toon Hermans vakkundig en met liefde.
Maar toch! Ik mis het schuurpapier van Mo's stembanden bij de andere artiesten en ik snap meteen dat zo'n hectische avond niet het moment is om achter de schermen overal met mijn neus bovenop te staan. Ik laat hem nu liever met rust. Ik wil Mo en zijn bigband opnieuw zien, in een andere setting, in een stomende zaal bijvoorbeeld, waar het mag rafelen, schuren en knarsen en waar de bigband duwt en pompt. Zonder televisie-opnamen die over moeten en zonder lege portocabins. Nee, ik wil in een volle kleedkamer zitten waar gelachen wordt en flessen wijn op tafel staan. Daar zit ik dan stil in een hoek en kijk ik en luister ik. Daarna schrijf ik thuis alles op.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten