foto: Pascal Muller

Pagina's

vrijdag 8 oktober 2010

Goud

Vorige week woensdag kwam ik Tren van Enckevort tegen. Zo maar in het wild.  Ik liep naar Van Leest om te kijken of 'Zilver' er al lag. Hij stond samen met zijn vriendin voor de winkel. Hij had hetzelfde gedaan. Even kijken. Heel menselijk. Als het boek er komt, ga ik ook kijken. Van de Bruna tot de Broese. Ik vertelde hem dat ik op weg was naar de kapper. Hij keek even, liet een korte pauze vallen en zei toen met een goeie grijns:
'Lijkt me geen slecht plan.'
Verder vertelde hij dat het optreden met de Limburg Allstars ontzettend leuk wordt. Het is nu de tweede keer dat ik dat noem, dus als je nu niet gaat, is het echt je eigen schuld.
Ik liep naar de kapper die op zich al een eigen blog waard is. De baas heet zoals het hoort Antoine en hij was vandaag gekleed in een halflange oliebroek waaronder hij leren klompen droeg. Hij had ook ineens weer haar, wat op zich natuurlijk een pre is voor een kapper. Tenminste, dat vind ik. Overigens knipt Antoine mij uiteraard niet. Hij knipt überhaupt niet veel, maar loopt voornamelijk rond en vervult een adviserende rol. Zo raadde hij mijn kapster ooit aan (ik heb de mooiste uitgekozen, je moet wat) een witte streep door mijn haar te verven. Noem me ouderwets, maar ik was het hier niet mee eens.
De kapper combineer ik altijd met de platenzaak aan de overkant. Daar bestelde ik 'Zilver' op vinyl. Ik had de plaat afgelopen maandag kunnen ophalen, maar dat heb ik nog niet gedaan. Dat is vreemd, nietwaar?

Ik ken hem pas twee jaar en twee maanden. Hij dimt het hardste tl-licht in één glimlach en bevestigt alle clichés in het kleinste gebaar.
'Doa mot mich neemes aankòmme'. Ons zoontje James. We hadden Marlies opgehaald van Schiphol en James reageerde niet des James; dat wil zeggen hij kroop niet onder het hekje door om zijn moeder te begroeten. Hij rende niet naar haar toe. Niets. In de trein sliep hij op een bankje. Diezelfde maandagmiddag reed ik veel te hard naar het ziekenhuis waar ik twee jaar tevoren met natte ogen van geluk en keihard 'Vader' op de speakers vandaan reed. We hoefden niet lang te wachten in het ziekenhuis. Binnen een kwartier had James een eigen kamertje in het 'Catrien'. Gelukkig ging het steeds beter met hem en vandaag tijdens het vierde lesuur werd ik gebeld door mijn vrouw.
'Hij mag naar huis, kom je?'
Ik vertelde mijn leerlingen dat ze de spullen konden pakken en mochten gaan. Dat vonden ze niet heel erg, of misschien waren ze gewoon wel heel blij voor me, dat kan ook, want het zijn goeie gasten.
Rond enen vanmiddag waren we thuis. Eindelijk met zijn drieën. Bij de post lag een pakje van 8weekly, de website waar ik voor schrijf. Een recensie-exemplaar van 'Zilver'.  Zilver op een gouden dag.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten