foto: Pascal Muller

Pagina's

zondag 27 juni 2010

Breng meej mar nar hoes

Marlies verft op dit moment het toilet. Dat soort dingen doet ze vaker. Ik let even niet op en er staat een pot verf in de woonkamer. Of ik hoor ineens een decoupeerzaag. Dan is ze een nieuwe tuintafel aan het maken van oude planken waarvan ik niet eens wist dat we die nog hadden. Ik verbaas me er af en toe over, maar zo gaat het hier. Ik voel me er thuis.
Van 1996 tot 1998 woonde ik op Curaçao. Dat klinkt prachtig. Mensen vragen me vaak:
"Waarom ben je daar niet gebleven?" En zeggen: 
"Nou, ik zou het wel weten." 
Ik woonde in een mooi appartement en had er een leuke baan, maar bij vlagen miste ik mijn vrienden en familie vreselijk. Uiteraard leerde ik op Curaçao ook mensen kennen en met een paar vrienden ging ik vaak wat drinken bij De Roode Leeuw, een kroeg waar je op zondagen aan het begin van de middag live Nederlands voetbal kon kijken. Vanaf toen had ik ook op Curaçao een plek waar ik me thuisvoelde. De Roode Leeuw werd mijn Herberg de Troost.

Op een dag reed ik van de kust terug naar huis. Ik had gesnorkeld, radio Hoyer verzorgde de achtergrondmuziek op de autoradio. Ik luisterde niet echt, tot ik de woorden "Limburgse dialectgroep" opving. Vervolgens klonk uit de krakende boxjes van mijn auto "De Peel in Brand".
Ik heb de auto even stil moeten zetten.
Toen ik thuiskwam, opende ik mijn brievenbus (zo'n stalen bij het hek, die je in Amerikaanse films ziet). Er zat een grote enveloppe uit Nederland in. Ik scheurde hem open en zag een kaart van mijn ouders en een cassettebandje. Op het cassettebandje stonden in mijn vaders mooiste handschrift de nummers van Water, Lucht en Liefde, de nieuwste plaat van Rowwen Hèze. 
Ik ken Water, Lucht en Liefde nog steeds uit mijn hoofd en denk altijd aan mijn tijd op Curaçao als ik liedjes van de plaat hoor. En aan De Roode Leeuw natuurlijk. Je kunt daar trouwens geen voetbal meer kijken. Tegenwoordig zitten er vrouwen van lichte zeden.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten