foto: Pascal Muller

Pagina's

dinsdag 4 januari 2011

Butter chicken

Het feestje begint al op de boot. Ik herken de hoofden van de medewerkers van Wagenborg passagiersdiensten. Meestal nemen we een kop erwtensoep en altijd vragen we ons af of die gewoon uit een blik Unox komt of dat hij echt is. Ik koop De Volkskrant die ik thuis op tafel heb laten liggen. Bij de achterstallige proefwerken en aankomende zorgen.
De oplettende lezer weet genoeg: ik bevind mij thans op een eiland. Inmiddels ben ik hier voor de twaalfde keer. We hebben een perfecte week uitgekozen, want zo'n beetje heel Nederland is weer aan het werk. Maar door een goddelijke ingreep kreeg ik een week later vakantie en mag ik dus ook een week langer wegblijven. En dus zitten we nu op een nagenoeg leeg eiland. Normaal gesproken ben ik niet zo van het teruggaan naar dezelfde plek, maar voor Schiermonnikoog maak ik graag een uitzondering.  Schiermonnikoog is voor mij de Herberg de Troost van het noorden. We zitten meestal in hetzelfde huis aan de rand van het dorp. In het gastenboek kan ik teruglezen wat ik vier jaar geleden dacht. Ik dacht zo'n beetje hetzelfde als nu. Als ik naar buiten kijk, zie ik een huis dat Weideblik heet. Naast dat huis ligt braak land. Er is hier één klein dapper dorpje en dat vind ik wel zo overzichtelijk. Er ligt een Spar die Schut heet, een bakker met de naam Klontje, Voordeelslijterij Arends,  een behoorlijk goede boekhandel en een winkeltje waar je uitheemse kookproducten kunt kopen. De eigenaar, een oud-politieman, is een groot liefhebber van de Indiase keuken. Elke keer koop ik stapels kruidenpasta's en altijd vraag ik hem wat hij me aanraadt bij kip. En dan komt het. Altijd. Daar houd ik van. Zekerheden. Vaste patronen. Dat geeft rust in deze hectische, verwarrende tijd. Ik sla nu misschien een beetje door.  Het volgende dialoogje heb ik in elk geval in mijn hart gesloten.
"Je kunt de butterchicken nemen, dat is een mooie basis. Die maak je aan met yoghurt of room culinair, net wat je wilt"
Room culinair. Dat zou ik nou nooit gebruiken en zeker niet bij een gerecht uit een ver, vreemd land. Dus ik vraag hem of kokosmelk ook kan.
"Zeker, je kunt trouwens ook een blok kokospasta nemen."

Ik vermoed dat de man mij wel herkent. Ik heb rood haar, een zuidelijk accent en stel hem elk jaar dezelfde vraag. Alleen om hem butterchicken en room culinair te horen zeggen. Hij laat echter niets merken, want zo frivool zijn ze hier op het eiland niet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten