foto: Pascal Muller

Pagina's

zondag 15 mei 2011

Tape rolling!?

Ik heb een fenomenaal geheugen. Voor zinloze feiten. Met name in sportuitslagen ben ik, nou ja, een fenomeen. Wanneer het precies was, weet ik niet. In jaartallen ben ik dan weer niet goed, heel gek is dat. Mijn ouders en ik reisden mee met de supportersbus van handbalvereniging Blauw Wit uit Neerbeek. Op zich al een schitterend verhaal natuurlijk. Ik herinner me een man die blauwwitte klompen bij zich had die hij heel hard tegen elkaar sloeg. Hij riep dan: Blauw Wit! Rare man. We moesten  helemaal naar Den Haag voor de wedstrijd Hermes-Blauw Wit. Einduitslag 17-8. Ruststand 8-3. Smadelijke nederlaag. De wedstrijd daarna speelde Blauw Wit thuis tegen Swift uit Roermond en won met 14-10 nadat het eerst met 0-3 achterkwam. Moet ik doorgaan?
Helaas werkt mijn geheugen op andere fronten weer heel slecht. Ik moet bijna elke dag terug het huis in om te controleren of het gas niet aanstaat en daarna nog een keertje of het koffiezetapparaat wel uit is. Het is een gegeven waarmee je leert leven. Ik weet niet beter.
De vraag die eenieder nu natuurlijk op de lippen brandt en die ik graag voor jullie beantwoord, is uiteraard: Werkt bij het volgen van de herberg de goede of de slechte kant van je geheugen?
Met andere woorden: Beste Ralf, schrijf je alles op, neem je alles op of onthoud je alles?
Op mijn beurt zeg ik dan: Waarde lezer, die vraag is niet eenduidig te beantwoorden. De vraag was trouwens ook niet eenduidig, maar dat terzijde.
Bij het maken van het boek maak ik onderscheid tussen twee verschillende typen schrijfsels: de sfeertekening en het gesprek. Gesprekken neem ik tegenwoordig meestal op. Tenminste als het een gesprek tussen mij en één persoon is. Inmiddels weet ik dus ook dat ik de telefoon dan in de vliegtuigmodus moet zetten omdat de opname anders stopt als iemand belt of sms't.
Je blijft leren in dit leven. Het gaat maar door.
Gesprekken tussen meerdere personen, een vergadering bijvoorbeeld, neem ik nooit op. Dan maak ik wel aantekeningen.
Als ik de sfeer wil beschrijven, dan kijk en luister ik eigenlijk alleen maar heel goed. Soms typ ik daarna als ik in een donker hoekje sta een woord of een paar woorden in op mijn telefoon.
Op 7 april heb ik blijkbaar de sfeer getekend van de repetitie. En hoe. Lees maar mee.

Opkomst René Shuman wordt geoefend.
Tren: Ik tel tot 4. Dat is het veiligst.
Fred: Jaaaaa, ik lig op schema. Ik houd er niet van als dingen niet op tijd af zijn.
Mo: Ja Tren, zet de bril maar op.

Enzovoorts.

'Ja Tren, zet de bril maar op'??
 O ja, nu weet ik het weer. Tijdens het oefenen kwam er via de zijdeur een bijzonder mooie vrouw binnen. Als ik zou kunnen tekenen, zou ik haar zo kunnen uittekenen. Ik onthoud dus toch niet alleen zinloze feiten. Helaas komt dit stukje niet in het boek. Dit kan ik natuurlijk niet opschrijven.

1 opmerking: